Thuis als het kan: doorontwikkeling van ambulante geriatrische revalidatie

Herstel

Het is belangrijk dat de geriatrische revalidatie anders wordt ingericht waarbij een groter deel ambulant (vanuit huis) wordt aangeboden en minder lange opnames nodig zijn. In dit project wordt de module ambulante geriatrische revalidatie verder doorontwikkeld en ingevoerd bij acht GR-aanbieders in Nederland, waaronder Pieter van Foreest en Laurens binnen UNC-ZH. In een breed leernetwerk worden ervaringen gedeeld en effecten geëvalueerd.

Inhoud onderzoek

Door toename van het aantal ouderen, personeelstekorten en hoge zorgkosten, vormt het bieden van goede geriatrische revalidatie (GR) een steeds grotere uitdaging. Ook wordt er steeds meer waarde gehecht aan revalidatie dicht bij huis. Het is daarom belangrijk dat de GR anders wordt ingericht waarbij een groter deel van de GR ambulant (vanuit huis) wordt aangeboden en minder lange opnames nodig zijn.

Op basis van bestaande goede voorbeelden wordt in dit project ambulante GR doorontwikkeld in drie regio’s (Zuid-Holland, Noord-Holland, Limburg) waarbij onderling nauw wordt samengewerkt in een Leernetwerk. Dit gebeurt in een samenwerkingsverband van acht GR-aanbieders (Pieter van Foreest en Laurens, Omring, Vivium, de Zorgcirkel, Sevagram, MeanderGroep, Vitala+), vertegenwoordigers van revalidanten en mantelzorgers (Burgerkracht Limburg en Ouderenberaden), zorgverzekeraars (CZ, VGZ en Zilveren Kruis) en kennisorganisaties (LUMC, Universiteit Maastricht en AmsterdamUMC).

De module ambulante GR bestaat uit vijf kernelementen:

1) vervangen van een deel van de klinische revalidatie door ambulante revalidatie;

2) focus op participatiedoelen;

3) gebruik van eHealth (o.a. videobellen, bewegingssensoren, revalidatieapps);

4) bevorderen zelfmanagement via reablement technieken;

5) bevorderen van nauwe samenwerking tussen alle betrokken partners.

Elke GR-aanbieder bepaalt zelf welke doelgroep gekozen wordt voor deelname aan ambulante GR. Dit kan variëren van de volledige GR doelgroep tot specifieke diagnosegroepen zoals CVA of heupfractuur. In het leernetwerk wisselen de betrokken partijen ervaringen en ideeën uit en worden knelpunten opgelost.

De ervaringen met ambulante GR en de effecten ervan worden geëvalueerd, waarbij de resultaten worden vergeleken tussen voormeting (bij opname), nameting (na afronding GR-traject) en follow-up (3 maanden na afronding). Ook wordt een vergelijking gemaakt met gegevens van voorgaande jaren bij de deelnemende GR-aanbieders (historisch cohort). In alle regio’s worden dezelfde uitkomstmaten gebruikt, waaronder ervaringen van revalidanten, naasten en zorgverleners, zelfredzaamheid en participatie van revalidanten, ervaren zorglast naasten, zorggebruik en de daaraan gerelateerde kosten. Binnen het UNC-ZH wordt aanvullend gekeken naar de waarde van een bewegingssensor, de Hipper, voor het verminderen van zitgedrag (zie ook het project EAGER-2-SEE).