eHealth en zitgedrag na een beroerte – Onderzoek onder de Spaanse zon
Suzanne Debeij doet promotieonderzoek op het EAGER-2-SEE project. Ze richt zich op het ondersteunen van zelfmanagement van kwetsbare ouderen in de geriatrische revalidatie d.m.v. eHealth. Het eerste deel van haar promotie ging over het ondersteunen van revalidanten met COPD. Het tweede deel van haar promotie gaat over de inzet van eHealth om zitgedrag te verminderen in de geriatrische revalidatie. Suzanne studeerde bewegingswetenschappen. Daarna volgde ze de master Vitality and Ageing (nu Health, Ageing and Society). Momenteel verblijft ze voor haar onderzoek in Spanje! Het leven van een onderzoeker is zo slecht nog niet, toch Suzanne?
Suzanne, waar hang je precies uit?
Op dit moment loop ik lekker in de zon! Met mijn oortjes in wandel ik door het centrum van Barcelona van het ziekenhuis naar het appartement waar ik verblijf. Ik ben hier nu twee maanden en ik blijf in totaal een half jaar. Ik doe hier onderzoek op de beroerte afdeling van het universitaire ziekenhuis Vall d’Hebron.
Voor welk stukje van je promotieonderzoek ben je in Barcelona?
Ik ben in Spanje voor het vijfde en laatste onderdeel van EAGER-2-SEE. Hier op de beroerte afdeling van het Vall d’Hebron ziekenhuis loopt een groot onderzoek naar het effect van NoraHome, een digitaal platform dat mensen na hun beroerte helpt. Via het platform krijgen ze onder andere informatie over zitgedrag, worden ze herinnerd aan medicatie-inname en kunnen ze chatten met medewerkers van het Vall d’Hebron ziekenhuis. Dankzij deze vorm van eHealth, in combinatie met ziekenhuiszorg thuis, kunnen oudere patiënten die een beroerte hebben gehad eerder terug naar huis. Ik mag data verzamelen voor één van de onderdelen van dit grote onderzoek: NoraHome-SIT. In dit deelonderzoek willen we onderzoeken of het eerder naar huis gaan met het eHealth platform het zitgedrag van de patiënten verandert. Om te onderzoeken of er verschil zit tussen de groep die in het ziekenhuis blijft en de groep die met het eHealth platform naar huis gaat, dragen alle patiënten een week lang een beweegsensor. Deze sensoren kunnen bijhouden wanneer en hoe lang ze zitten, bewegen en slapen.
De onderzoekers hier kunnen me helpen bij het analyseren van de data van de sensoren. Die nieuwe kennis neem ik daarna natuurlijk mee terug naar het UNC-ZH.
Lukt het om genoeg patiënten te vinden die aan het mee willen doen?
Vorige week vrijdag heb ik de eerste patiënt kunnen includeren! We hadden gehoopt dat we vorige maand al hadden kunnen beginnen met patiënten includeren, maar de goedkeuring van ons onderzoeksplan liep wat vertraging op. Dat soort teleurstellingen horen soms ook bij onderzoek doen, haha! Ik hoop de komende tijd gemiddeld twee patiënten per week aan mijn onderzoek te kunnen toevoegen.
En waarom doe je dat helemaal in Spanje in plaats van in Nederland?
Om verschillende redenen. Ten eerste waren ze hier dus al begonnen aan een groot onderzoek naar het eHealth platform NoraHome; er was hier al onderzocht dat het haalbaar is om mensen met deze vorm van eHealth eerder naar huis te laten gaan. Zo’n grootschalig onderzoek opzetten die je niet zomaar. Het scheelt veel tijd en geld om daarbij aan te kunnen sluiten. Bovendien leer ik veel van de manier waarop eHealth hier wordt ingezet. Ten tweede leer ik hier veel over herstel na een beroerte. De beroerte afdeling van het Vall d’Hebron ziekenhuis is daarin gespecialiseerd en staat hoog aangeschreven. Er komen hier niet alleen Spaanse maar bijvoorbeeld ook Italiaanse artsen in opleiding naartoe om meer te leren over patiënten met een beroerte. Ten derde hebben ze op de Spaanse universiteit waarmee ik samenwerk al veel ervaring met de sensoren die ik nu ook voor mijn onderzoek gebruik. De onderzoekers hier kunnen me helpen bij het analyseren van de data van de sensoren. Die nieuwe kennis neem ik daarna natuurlijk mee terug naar het UNC-ZH.
Zijn er dingen heel anders in Spanje dan in Nederland?
De taal natuurlijk. Ik probeer Spaans te leren, maar echt al Spaans spreken op de afdeling is nog behoorlijk lastig. Ook ben ik de enige hier die full-time onderzoek doet. De anderen zijn allemaal arts-onderzoekers die onderzoek en klinisch werk combineren. Bovendien is de werkcultuur anders. Ik ben gewend dat we bij het UNC-ZH onze overleggen van tevoren inplannen, bijvoorbeeld iedere week een half uur, en agendapunten voorbereiden. Hier hebben ze liever dat ik gewoon binnenloop als ik een vraag heb. Ik weet nog niet precies wat ik fijner vind hoor, dat moet je me over een paar maanden nog eens vragen! Het is in elk geval super interessant om dit soort verschillen in een buitenlands universitair ziekenhuis te ervaren.
Kun je tussendoor ook een beetje genieten van het Spaanse leven?
Jazeker! Ik wilde heel graag een keer een tijdje in het buitenland verblijven. Het is heel leerzaam om in een buitenlands universitair ziekenhuis te werken en om hier een eigen leven op te bouwen. Soms is dat best een uitdaging. Ik heb niet alleen een nieuwe werkplek, maar ook een ander huis en niet mijn eigen vrienden en familie om me heen om leuke dingen mee te doen. Gelukkig werd ik heel warm ontvangen door mijn Spaanse collega’s en woon ik in een gezellig appartement met drie huisgenoten. Vergeleken met mijn huisgenoten heb ik al veel van de stad gezien. Ik ben me er namelijk erg van bewust dat ik hier maar een aantal maanden ben. Ik probeer daar in mijn vrije tijd zo veel mogelijk van te genieten. Vooral de Spaanse zon ga ik missen als ik terug ben in Nederland!
Wanneer zien we je weer hier?
In april ben ik even in Nederland voor de promotie van Jules Kraaijkamp. Ik mag zijn paranimf zijn, dus dat is wel een hele goede reden om er live bij te zijn. Daarna, in mei, komen Jules en mijn copromotor dr. Leonoor van Dam van Isselt mij hier opzoeken om nader kennismaken met mijn Spaanse collega’s. We hopen dat we als UNC-ZH ook na mijn verblijf contact kunnen houden met deze onderzoeksgroep. Vanaf juli ben ik echt weer terug in Nederland voor de laatste fase van mijn promotieonderzoek.