Kennismakelaars lopen mee in de zorgpraktijk
Kennismakelaars Lisa van Tol en Myrthe Houben houden zich binnen het UNC-ZH valorisatieteam bezig met het vertalen van wetenschappelijke kennis naar lessen of producten waarmee de praktijk aan de slag kan. Om een beter gevoel te krijgen bij hoe het er in de ouderenzorgpraktijk nu echt aan toegaat, liepen zij een dag mee met zorgmedewerkers. Wat zijn hun ervaringen en wat nemen ze mee in hun werk?

Welke locaties hebben jullie bezocht tijdens de meeloopdagen?
Myrthe: “Ik kon meelopen bij de geriatrische revalidatieafdelingen van het Zonnehuis, een van de locaties van Zonnehuisgroep Vlaardingen. Ik sprak daar en keek mee met ontzettend veel zorgprofessionals. Zo sprak ik fysiotherapeuten Marja, Christa, en Lisette en zag ik ze in actie, ik sprak met psychologen Nadine en Charissa, keek mee met logopedist Patricia, en maakte kennis met maatschappelijk werkers Martine en Digna. Ook kon ik aansluiten bij een multidisciplinair overleg, een verpleegkundige overdracht, en een multidisciplinaire intake met ergotherapeut Ilse en fysiotherapeut Christa. Heel afwisselend dus!”
Lisa: “Ik mocht eerst een dag meekijken in verpleeghuis Driemaashave van Argos Zorggroep. Psychologe Sabine nam mij mee naar een één-op-ééngesprek met een bewoonster, een MDO en bij het invullen van een vragenlijst in samenwerking met een verpleegkundige. Daarnaast had Sabine geregeld dat ik met verpleegkundigen Ciska, Petra, Ingrid en Wendy mocht meekijken in de ochtendzorg voor mensen met gevorderde dementie. ‘s Middags zou ik ook nog met logopediste Lesley meekijken tijdens een sliktest, maar de bewoonster waarom het ging had veel pijn en zou waarschijnlijk snel komen te overlijden, daarom werd besloten om haar niet meer met een sliktest te belasten. Ook dat is de praktijk! In dezelfde week mocht ik een dag meelopen in revalidatiecentrum Marnix (ook Argos Zorggroep). Hier leidde linking pin Arjan mij rond, sprak ik met zorgregisseur Rinus, verpleegkundig coördinator Kim, en keek ik mee met verpleegkundige Petra, ergotherapeut Suzanne en fysiotherapeut Nathalie.”
Myrthe: Het was een waardevolle en ontzettend leerzame dag.
Hoe vonden jullie het om een dag mee te lopen in de praktijk?
Myrthe: “Het was een waardevolle en ontzettend leerzame dag. Op grote lijnen weet je natuurlijk best wat bijvoorbeeld een fysiotherapeut of logopedist doet, maar zelf had ik nog niet zo’n beeld van hoe een werkdag er precies uitziet. Soms liep de dag ook anders dan verwacht. Zo lukte het één bewoner bijvoorbeeld niet om wakker te blijven tijdens de afspraak met een zorgprofessional, waardoor deze uiteindelijk niet door kon gaan. Maar dat geeft juist een realistisch beeld van waar je in de praktijk tegenaan kan lopen. Verder heb ik genoten van de goede sfeer op de afdelingen. Ik heb me dan ook erg welkom gevoeld en werd door de medewerkers echt meegenomen in hun dag. Ook gaf één van de bewoners, waarbij ik in de ochtend mocht meekijken tijdens zijn oefeningen met de fysiotherapeut, me later op de dag nog een knipoog. Dat was een erg leuk momentje! Al met al had ik achteraf behoorlijk wat indrukken om te verwerken!”
Lisa: “Ik vond het heel boeiend om in dezelfde week in een verpleeghuis en in een revalidatiecentrum mee te lopen. Zo kon ik goed zien dat dit echt twee verschillende werelden zijn. Op beide locaties zag ik medewerkers die echt op hun plek waren en werkten vanuit hun hart. In het verpleeghuis vertelden de verpleegkundigen hoe mooi zij het vinden om gedurende een langere tijd te kunnen zorgen voor iemand met gevorderde dementie. Ze wisten voor iedere bewoner precies hoe ze het hem of haar het meest comfortabel kunnen maken. In de geriatrische revalidatie sprak ik medewerkers die juist houden van de dynamische omgeving waarin dagelijks nieuwe revalidanten worden opgenomen. Ik vond het superleuk om op beide locaties te ervaren hoe betekenisvol het werk van de medewerkers is, en hoeveel voldoening zij daaruit halen. Maar ik zou echt nog moeten wennen aan het vroege opstaan hoor, haha!”
Wat verraste jullie tijdens het meelopen?
Myrthe: “Werken in de zorg kan hectisch zijn, dat wist ik wel. Maar wat mij blij verraste was dat die hectiek niet gelijk betekent dat het persoonlijke stukje zorg wegvalt. Het was duidelijk te zien dat elke zorgprofessional bewust de tijd nam voor de bewoner zelf, naast de behandeling die ze moesten uitvoeren. Ook al hadden ze maar een half uurtje, toch werd er even een grapje gemaakt, gekletst over het uitzicht, benoemd hoe mooi die ene bos bloemen was, of een geruststellende opmerking gemaakt. Dat vond ik mooi om te zien.”
Lisa: “Ja inderdaad, dat heb ik ook ervaren. In het revalidatiecentrum mocht ik meekijken met een intake van een nieuwe revalidant. Die intake was niet alleen bedoeld om een revalidatieplan te kunnen maken, maar ook echt om te luisteren naar het verhaal, de zorgen, en de verwachtingen van de revalidant. In het verpleeghuis keek ik mee met een verpleegkundige die liever alleen voor een bedlegerige bewoonster met gevorderde dementie zorgde dan samen met een collega. Ik zag dat het fysiek zwaar werk is om deze bewoonster alleen te moeten wassen en aankleden, maar de verpleegkundige legde uit dat ze op deze manier wel meer aandacht voor de bewoonster heeft. Met af en toe een streling over haar wang toverde ze even een lach op het gezicht van de bewoonster.”
Myrthe: “Het viel mij ook op dat zorgprofessionals heel goed zijn in het efficiënt uitwisselen van belangrijke informatie, in de beperkte tijd die daarvoor is. Of dat nou in de wandelgangen, via een dossier, een multidisciplinair overleg, of tijdens de verpleegkundige overdracht was.”
Lisa: “En dat er ondanks de beperkte tijd heel goed wordt samengewerkt, door collega’s van verschillende disciplines, maar ook bijvoorbeeld door fysiotherapeuten die op elkaars vrije dag met een revalidant verder trainen precies waar de ander is gebleven.”
Lisa: Ik denk dat we steeds per werkwijze moeten uitzoeken hoe we kunnen aansluiten.
Wat nemen jullie hiervan mee in jullie rol als kennismakelaar?
Myrthe: “Sommige zorgprofessionals zijn al veel bezig met het implementeren van verschillende onderzoeksresultaten, terwijl anderen nog niet bekend zijn met het UNC-ZH. Ik denk dat we daar als valorisatieteam op kunnen inspelen. Het is belangrijk om te bedenken welke onderzoeksresultaten relevant zijn voor welke zorgprofessionals: in welke vorm kunnen we de onderzoeksresultaten voor hen zo bruikbaar mogelijk maken? Waar sommige zorgprofessionals bijvoorbeeld alleen de praktische kernboodschap willen horen, duiken anderen misschien graag in de wetenschappelijke details. Als je inspeelt op die verschillen, denk ik dat je uiteindelijk meer impact kan maken met onderzoeksresultaten in de praktijk.”
Lisa: “Ik heb gezien dat je in de praktijk echt mee gaat in de waan van de dag, nog meer dan ik had verwacht. Sommige medewerkers waren van plan waren om ‘s ochtends eerst hun e-mails te lezen, maar kwamen daar niet aan toe. Hun collega’s of de bewoners vroegen direct om hulp, dus gingen ze aan de slag. En gelukkig maar hoor! Maar dat zette mij wel aan het denken over hoe we nieuwe kennis uit onderzoek het beste kunnen delen en implementeren. Ik denk dat we steeds per werkwijze moeten uitzoeken hoe we kunnen aansluiten. Op sommige locaties is er misschien een maandelijks overleg waarin updates worden gedeeld en op andere locaties is er bijvoorbeeld een teamleider of een zorgregisseur die medewerkers kan helpen bij de implementatie van iets nieuws. En in het verpleeghuis gaat dat ook weer anders dan op de revalidatie.”