NeAR- NEglect Assessment in geriatric Rehabilitation

HerstelWelbevinden
English text below

Dit onderzoek richt zich op het diagnosticeren van visuospatieel neglect na een beroerte en het in kaart brengen van de gevolgen van visuospatieel neglect bij activiteiten en maatschappelijke participatie na geriatrische revalidatie.

Inhoud onderzoek

Visuospatieel neglect (VSN) is een veel voorkomende cognitieve stoornis na een beroerte, waarbij voor een gedeelte van de ruimte geen of minder aandacht is. VSN heeft vergaande gevolgen, zoals een langere revalidatie, minder herstel en meer afhankelijkheid bij het uitvoeren van activiteiten. Het is echter onduidelijk in welke mate dit voorkomt in een ouderen populatie met het doel om na revalidatie terug te keren naar huis. Patiënten met VSN die zijn opgenomen op geriatrische revalidatieafdeling worden namelijk niet altijd structureel in kaart gebracht. Door VSN goed en sensitief te diagnosticeren kunnen we meer inzicht krijgen in de prevalentie en de gevolgen van VSN in deze specifieke populatie.

Tevens is het van belang om de gevolgen van VSN bij de uitvoering van activiteiten en in participatie voor deze populatie duidelijk in kaart te brengen. Zo kunnen we in de toekomst dit eerder integreren in de revalidatie.

Door meer inzicht in deze populatie en gevolgen van VSN, kunnen we de patiënt beter revalideren en patiënt en eventueel mantelzorger beterinformeren en voorbereiden op ontslag naar huis.

Read this text in English:

NeAR - Neglect Assessment in geriatric Rehabilitation

In the NeAR study we examine the prevalence, impact, and severity of visuospatial neglect in geriatric rehabilitation, as well as the consequences of neglect in activities and community participation after geriatric rehabilitation.

Visuospatial neglect – VSN – is a common cognitive disorder after a stroke, characterized by loss or reduction of spatial awareness for the contralesional space. VSN has negative consequences such as a longer rehabilitation, less recovery, and more dependence in performing activities.

However, it is unclear to what extent this occurs in an elderly population with the aim of home return after rehabilitation, because patients with VSN who are admitted to a geriatric rehabilitation department are not always structurally assessed. By properly and sensitively diagnosing VSN, we can gain more insight into the prevalence and impact of VSN in this specific population.

In addition, it is important to examine the consequences of VSN for the performance of activities and for community participation of this geriatric population. This will make it possible to integrate these aspects at an earlier stage of rehabilitation. By gaining more insight into this population and the consequences of VSN, we can better inform, rehabilitate, and prepare the patient and possibly informal caregiver for discharge home.