Ervaringen van een junior onderzoeker – Oumaima Boulahfa doet onderzoek naar crisisopnames van mensen met dementie in het verpleeghuis

Oumaima Boulahfa is sinds 2024 junior onderzoeker bij het UNC-ZH. Ze studeerde biologie en medisch laboratoriumonderzoek aan de Hogeschool Leiden en behaalde daarna haar master biomedische wetenschappen aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Haar afstudeeronderzoek ging over de rol van verzorgenden IG in proactieve zorgplanning voor thuiswonende ouderen. Dit werkte haar interesse in de ouderenzorg. Toen er een vacature bij het UNC-ZH vrij kwam twijfelde ze dan ook geen moment. In dit interview vertelt ze hoe ze haar functie als junior onderzoeker ervaart.

Oumaima, je doet onderzoek naar crisisopnamen van mensen met dementie in het verpleeghuis. Waarom is deze functie echt wat voor jou?
Omdat je als junior onderzoeker de kans krijgt om veel kennis en ervaring op te doen in een korte tijd. Je hebt daarnaast veel vrijheid in het sturen van het project waarin je betrokken bent, maar je kunt ook altijd advies vragen bij leidinggevenden of je collega’s. Het is een dynamische functie waarbij je zowel zelfstandig kunt werken als onderdeel van een team. Dat biedt voor mij de perfecte balans.

Wilde je altijd al onderzoeker worden?
Nee, niet altijd! Toen ik jonger was, had ik vooral interesse in de natuur en biologie, maar ik had niet per se het idee dat ik onderzoeker zou worden. Het idee om onderzoek te doen kwam later, toen ik meer ontdekte over de impact die onderzoek kan hebben op de zorg en de samenleving. Pas tijdens mijn master kwam ik echt in aanraking met onderzoek. Wat me toen vooral aantrok, was de manier van werken. Onderzoek doen is uitdagend en tegelijkertijd erg leuk. Je komt steeds nieuwe vraagstukken tegen die je op verschillende manieren kunt benaderen. Dat heeft mijn interesse in onderzoek aangewakkerd.

Je onderzoek gaat over crisisopnamen in het verpleeghuis, waarom is het belangrijk om hier onderzoek naar te doen?
Doordat mensen met dementie steeds langer thuis wonen en verpleeghuizen wachtlijsten hebben, kan het gebeuren dat er thuis een onhoudbare situatie ontstaat. Iemand moet dan plots worden opgenomen in het verpleeghuis. Het liefst bereiden we een verpleeghuisopname goed voor, maar bij zo’n crisisopname moeten er onmiddellijk keuzes worden gemaakt. Die onmiddellijke keuzes zijn niet altijd in overeenstemming met de wensen, doelen en voorkeuren van de persoon met dementie en diens mantelzorger. Terwijl het erg belangrijk is om hen passende zorg te bieden. Dankzij een extra subsidie van ZonMw specifiek voor het thema passende zorg kunnen wij dit onderzoek uitvoeren. Er werd tot nu toe nog weinig onderzoek gedaan naar crisisopnames het verpleeghuis.

En wat onderzoek je dan precies?
Een crisisopname van een persoon met dementie in het verpleeghuis heeft grote impact op de cliënt, naasten en betrokken zorgprofessionals. In de ‘Navigeren door een Crisis’-studie onderzoek ik samen met mijn collega Miriam (dr. Miriam Haaksma, assistent professor bij het UNC-ZH) de emotionele impact van deze crisisopnames op mantelzorgers en zorgverleners.

Er wordt weleens gedacht dat onderzoek een eenzaam beroep is in een ivoren toren. Ervaar jij dat ook zo?
Nee! Mijn collega Miriam en ik werken juist met veel mensen samen! Met onze de ‘Navigeren door Crisis’-studie sluiten we aan bij een groter onderzoek, de FRIDAY-studie. Binnen de FRIDAY-studie wordt door andere onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) onderzocht welke acute zorgproblemen er bij crisisopnamen zijn opgetreden en hoe deze problemen in de toekomst eerder opgemerkt kunnen worden. Bovendien zitten we niet alleen maar achter ons bureau. Miriam en ik bezochten crisisafdelingen van verpleeghuislocaties van Argos, Marente, Pieter van Foreest en Topaz. Zo kregen we voor dit onderzoek een goed beeld van hoe crisisopnamen op verschillende plekken georganiseerd worden. Ook interviewden we samen met de onderzoekers van de FRIDAY-studie in totaal 16 zorgverleners en 5 mantelzorgers.

Een crisisopname van een persoon met dementie in het verpleeghuis heeft grote impact op de cliënt, naasten en betrokken zorgprofessionals.

Welke onderzoeksresultaten kan je al met ons delen?
Dat zorgverleners zowel positieve als negatieve emoties ervaren. Er is regelmatig frustratie over moeizame samenwerking, maar ook voldoening als het lukt om de crisisopname goed te regelen en je daarmee écht wat voor iemand kan betekenen.

Later dit jaar zullen meer resultaten van het onderzoek worden gedeeld, waarschijnlijk in de vorm van artikelen en een factsheet. De komende maanden doen we nog wat laatste interviews met mantelzorgers en ronden we de analyses van alle interviews af. De resultaten van dit onderzoek zullen een aangrijpingspunt zijn voor vervolgonderzoek en leiden hopelijk tot meer aandacht voor betere organisatie van crisisopnamen.

Wat heb je in de functie van junior onderzoeker tot nu toe geleerd?
Tot nu toe heb ik echt veel geleerd in mijn rol als junior onderzoeker. Ik ben bijvoorbeeld beter geworden in het opzetten en uitvoeren van onderzoek, het analyseren van data, het systematisch aanpakken van problemen, het samenwerken met verschillende zorgprofessionals, time management en communicatie. Ik heb geleerd hoe ik complexe informatie op een simpele manier kan uitleggen, zowel aan collega’s als aan mensen buiten het onderzoeksveld. Ook heb ik geleerd hoe belangrijk het is om flexibel te zijn als dingen anders lopen dan gepland. Elke dag groei ik een beetje en ik krijg steeds meer vertrouwen in wat ik doe.

Dit voorjaar loopt het project af. Wat neem je mee van je ervaring als junior onderzoeker naar een volgende stap in je carrière?
Wat ik tijdens het onderzoek vooral heb gemerkt, is dat het vaak niet gaat zoals je van tevoren had voorspeld. Je moet regelmatig dingen heroverwegen, overleggen met je onderzoeksteam en het opnieuw proberen. Dat kan soms best frustrerend zijn, maar het hoort echt bij het doen van onderzoek. Het proces van proberen, fouten maken en opnieuw proberen heeft me geholpen te groeien als onderzoeker. Ik ben daar zeker sterker van geworden.  

Bekijk de onderzoekspagina van de ‘Navigeren door een Crisis’-studie.

Op de foto van links naar rechts: dr. Miriam Haaksma en Oumaima Boulahfa.